Sony TA-VA777ES Stereo Amplifier User Manual


 
17
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
p Formaat van de achterluidsprekers
REAR SP [LARGE]
Oorspronkelijke instelling: LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder
problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen.
Als echter voor de voorluidsprekers de stand “SMALL” is gekozen,
dan kunt u voor de achterluidsprekers geen “LARGE” kiezen.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van
meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig
basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits
in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker of naar een
ander stel “LARGE” luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
Sluit u geen achterluidsprekers aan, kies dan de stand “NO”. Al het
geluid van de achterkanalen wordt dan weergegeven door de
voorluidsprekers.*
3
z
*1~*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic
standen voor de middenkanaal-aanpassing
*
1
NORMAL
*
2
PHANTOM
*
3
3 STEREO
(*
2
+ *
3
= 2ch tweekanaals-weergave).
z
Betreffende de luidsprekerformaten (LARGE en SMALL)
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE of
SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende
luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal
worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties
overbrengen naar de aparte lagetonen-luidspreker of naar een ander stel
“LARGE” luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van
richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum
van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u
zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u
de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom,
als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen
weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle
luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen klinken, kunt u die
extra versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het instellen van de
grafiek-toonregeling blz. 37.
p Aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker
SUB WOOFER [YES]
Initial setting : YES
Oorspronkelijke instelling: YES
Als u een lagetonen luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij
in op “YES”.
Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op
“NO”. Hiermee schakelt u de speciale basverdelingscircuits in,
zodat de LFE laagfrequente signalen worden overgenomen door
de andere luidsprekers.
Om volledig profijt te trekken van de speciale basverdelingscircuits
willen wij u aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor de
lagetonen luidspreker zo hoog mogelijk in te stellen.
p Afstand van de voorluidsprekers
FRONT XXmeter
Oorspronkelijke instelling: 5.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de (linker
of rechter) voorluidspreker (afstand A op blz. 16).
De afstand van de voorluidsprekers is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, van minimaal 1,0 meter tot
maximaal 12,0 meter van uw luisterplaats.
Als de beide voorluidsprekers niet precies even ver van
uw luisterplaats staan, kiest u hier de afstand van de
dichtstbijzijnde luidspreker.
p Afstand van de middenluidspreker
CENTER XX meter
Oorspronkelijke instelling: 5.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker.
De afstand van de middenluidspreker is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, binnen het bereik aangegeven bij
B op blz. 16.
p Afstand van de achterluidsprekers
REAR XX meter
Oorspronkelijke instelling: 3.5 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de (linker
of rechter) achterluidspreker.
De afstand van de achterluidsprekers is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, binnen het bereik aangegeven bij
C op blz. 16.
Als de beide achterluidsprekers niet precies even ver
van uw luisterplaats verwijderd zijn, kiest u hier de
afstand van de dichtstbijzijnde luidspreker.
z
Betreffende de afstand van de luidsprekers
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke
afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere
vertraging worden weergegeven. Met andere wooden, de
luidsprekers klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de middenluidspreker 1 tot
2 meter dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij
natuurgetrouw effect geven alsof u zich “in” het beeldscherm
bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de
achterluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen
van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke
afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig naar een
geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in
akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
p Afstand van de lagetonenluidspreker
S.W XX meter
Oorspronkelijke instelling: 5.0 meter
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
lagetonenluidspreker.
De afstand van de lagetonenluidspreker is instelbaar in
stapjes van 0,1 meter, van 1,0 tot 12,0 meter.