Trimble Outdoors HV301 Home Theater System User Manual


 
41
ONDERDELEN
Bedieningspaneeltoetsen
1 Aan-Uit-toets
2 Lijntoets
3 Snelheids- en rotatietoets
4 Pijltjestoets Omlaag
5 Pijltjestoets Omhoog
Controle-indicatoren
6 Status- / waterpasindicator
7 Manuele indicator / waarschuwingsindicator
8 Batterij-indicator
9 Infraroodontvanger voor afstandsbediening
Onderdelen
10 Straaluittrede
11 Beweegbare rubberbalg
12 Handgreep
13 Centreermarkeringen
14 Batterijdeksel
15 Statiefaansluitingen
16 Rubbervoetjes
INBEDRIJFSTELLLING
Wanneer dat nog niet in de fabriek is gebeurd, dienen vóór de eerste inbedrijfstelling de (oplaadbare) batterijen
(accu’s) te worden aangebracht. Wanneer u accu’s gebruikt deze eerst opladen. Zie desbetreffend hoofdstuk.
Positioneer het apparaat horizontaal of verticaal op een stabiele ondergrond of d.m.v. de statiefaansluiting op
een statief of wandklem op de juiste hoogte. Naargelang de positie bij het inschakelen herkent het apparaat
het automatisch de horizontale of verticale modus.
Door op de Aan-Uit-toets 1 te drukken wordt het apparaat ingeschakeld, terwijl alle LED’s 6, 7, 8 3 sec.
oplichten. Het waterpas stellen begint onmiddellijk. Voor het uitschakelen van het apparaat opnieuw de toets
indrukken. Tijdens het waterpas stellen staat de rotor stil, de waterpasindicator 6 knippert ( 1 x per sec.). Het
apparaat is waterpas gesteld, wanneer de laserstraal verschijnt en de waterpasindicator 6 niet meer knippert.
De waterpasindicator brandt dan 5 min. ononderbroken en gaat vervolgens opnieuw knipperen (om de 4
sec.), ten teken dat de laser automatisch werkt.
Na het inschakelen van de laser en het automatische waterpas stellen start de laser in de laatst gebruikte
modus.
Wanneer het apparaat meer dan 8 % scheef staat (automatisch waterpasstelbereik), knipperen laser en
waterpasindicatoren in een frequentie van eenmaal per seconde. Het apparaat moet dan opnieuw worden
gejusteerd.
Rotatiemodus
Door op de rotatie- / snelheidstoets 3 te drukken komt het apparaat in de rotatiemodus, resp. stopt eerst de
lijnmodus.
Door opnieuw op de rotatietoets te drukken doorloopt de laser achtereenvolgens de snelheden 600, 200, 80
en 10 min
-1
, waarbij met 10 min
-1
voor de betere zichtbaarheid een kleine laserlijn wordt weergegeven.
Door op de bedieningstoetsen te drukken kan het apparaat door de hoge meetnauwkeurigheid niet
meer waterpas staan, zodat de rotor pas na het opnieuw waterpas stellen start.
Bij het werken met een ontvanger wordt de hoogste rotatiesnelheid aanbevolen.
Puntmodus
In deze modus wordt de grootste zichtbaarheid over grote afstanden bereikt. De laserstraal kan na het stoppen
van de rotatie handmatig resp. d.m.v. de toetsen 4 en 5 door het draaien van de prismakap direct op de
gewenste positie worden gejusteerd.
In de horizontale modus wordt het laserpunt door op de pijltjestoetsen te drukken stapsgewijs naar rechts
resp. links rondgedraaid (360°).
031266_06_apollo_nl_40-46.p65 29.08.2003, 10:37 Uhr41