25
• Geïntegreerde versterker:
a Eén of meer sublaagluidsprekers en
uitgang gecombineerd tot mono signaal:
Aansluiting: fig. 9
b Twee sublaagluidsprekers met
gescheiden signaal voor links en
rechts: Aansluiting: fig. 10
Meer dan één sublaagluidspreker
gebruiken
• Meer dan één sub in een systeem kan
de weergave op de volgende
manieren verbeteren:
• De stereoscheiding blijft optimaal tot
de laagste frequenties.
• Grotere luisterruimtes zijn mogelijk.
• Hogere geluidsniveaus zijn mogelijk,
vaak noodzakelijk om op de juiste wijze
de speciale Home Cinema effekten goed
weer te geven. Ruimteresonanties worden
minder storend hoorbaar.
Als u twee sublaagluidsprekers gebruikt voor
stereoweergave zal de stereoscheiding verbeteren
als elk kanaal zijn eigen sub gebruikt die vlak bij
de bijbehorende satellietluidspreker staat.
Als u een decoder gebruikt, sluit deze dan met
de T-connectors aan op de decoder ingang van
elke sublaagluidspreker. Voor tweekanaals
weergave moet u de beide lijningangen
gebruiken.
Kontroleer alle aansluitingen
nogmaals
KONTROLEER OF DE SPANNINGSWAARDE –
ZOALS AANGEGEVEN OP HET
VERSTERKERPANEEL – OVEREENKOMT MET DIE
VAN DE PLAATSELIJKE LICHTNETSPANNING!
Voordat u de weergave van uw systeem gaat
beluisteren en afregelen moet u nogmaals alle
aansluitingen kontroleren. Het gebeurt namelijk
maar al te vaak dat gebruikers klagen dat ze
geen behoorlijk geluid krijgen ongeacht de
gemaakte instelling om dan te ontdekken dat er
iets verkeerd was aangesloten. Kontroleer dus of:
• De signaalpolariteit klopt: voor de
luidsprekeraansluitingen geldt dat de '+' op
de '+' moet zijn aangesloten en de '–'
op de '–'. Als dit niet goed is, krijgt u een
wazig geluid met een onduidelijke
stereopositionering of weinig laag of zelfs
beide tegelijk.
• De linker en rechter kanalen in het gehele
systeem op dezelfde manier zijn aangesloten.
In een goed Home Cinema systeem beweegt
het geluidsbeeld in dezelfde richting als het
beeld op het scherm. Dus als bijvoorbeeld
een vliegtuig van links naar rechts vliegt,
moet het geluid ook van links naar rechts
bewegen. Bij een foutieve aansluiting ergens
in het systeem zal het geluid dan precies
andersom (van rechts naar links) bewegen.
In- en uitschakelen
We adviseren om eerst de ASW
™
4000 in te
schakelen (met 7.) en daarna pas de andere
versterkers
die signalen van de sublaagluidspreker
krijgen. Het omgekeerde geldt bij uitschakelen:
dan moet de ASW
™
4000 als laatste worden
uitgeschakeld.
Auto:
Nadat de sublaagluidspreker op 'Auto' is
geschakeld zal de indicatie boven de
ON/AUTO/OFF-schakelaar groen oplichten en
is de versterker aktief. Nadat er ongeveer
5 minuten geen ingangsignaal meer is
gedetecteerd, zal de versterker automatisch op
'standby' schakelen: de indicatie is dan rood.
Zodra er weer een ingangsignaal aanwezig is,
schakelt de versterker automatisch in en wordt de
indicatie groen.
On:
In deze stand blijft de versterker altijd aktief en is
de indicatie groen.
Off:
In deze stand staat de versterker permanent in
'standby' en is de indicatie rood.
Instellen
Lijningang en luidsprekeringang
Er zijn drie 'knoppen':
• De LOW-PASS frequentieregelaar
• De VOLUME regelaar
• De PHASE schakelaar
Decoder ingang
Er zijn drie 'knoppen':
• De DECODER VOLUME regelaar
• De PHASE schakelaar
• De EQUALISATION schakelaar
De optimale instelling van elk is afhankelijk
van de andere apparatuur die met de
sublaagluidspreker wordt gebruikt.
Als er meer dan één sublaagluidspreker wordt
gebruikt moet u van elk de schakelaars in
dezelfde stand zetten.
Het gebruik met THX
®
controllers (inclusief
THX
®
controllers in de niet-THX
®
-stand)
De ASW
™
4000 is geen THX
®
-gecertificeerd
produkt, maar kan desgewenst met een THX
®
controller worden gebruikt.
• Zet de decoder volumeregelaar op de
'klik'-stand ("12 uur"). Dit zorgt voor een
standaard THX
®
afluisterniveau van 88 dB SPL
op 1 m bij een ingangsignaal van 100 mV.
• Zet de EQUALISATION schakelaar eerst op
stand 'A' en lees dan de volgende paragraaf
over Het Fijn Afregelen.
• Zet de PHASE schakelaar op 0 en lees de
volgende paragraaf over ‘Het Fijn Afregelen’.
Schakel op de THX
®
controller de subwoofer-
funktie in. Op deze manier zijn de instellingen
voor het filter en volume optimaal om de
sublaagluidspreker in alle toepassingen
te gebruiken.
Voor het inregelen van de geluidsniveaus moet u
het interne testruissignaal en de kanaalinstellingen
van de THX
®
controller gebruiken. In alle
gevallen moet u met deze testruis voor de
luisterpositie een geluiddruk van 75 dB SPL (C)
instellen.
In de gebruiksaanwijzing van de controller vindt
u informatie over hoe u de verschillende geluids-
niveaus moet afstellen. Bij elektronikawinkels zijn
betaalbare geluiddrukmeters te koop die u nodig
heeft om de geluidsniveaus in te stellen.
Gebruik met andere Home Cinema decoders
• Zet de decoder volumeregelaar op de
'klik'-stand ("12 uur") en lees dan de volgende
paragraaf over Het Fijn Afregelen.
•
Zet de EQUALISATION schakelaar eerst op
stand 'A' en lees dan de volgende paragraaf
over Het Fijn Afregelen.
• Zet de PHASE schakelaar op 0 en lees de
volgende paragraaf over ‘Het Fijn Afregelen’.
Gebruik in een stereo-installatie
•
Zet de LOW-PASS regelaar om te beginnen op
80 Hz en lees de volgende paragraaf over
‘Het Fijn Afregelen’.
• Zet de VOLUME regelaar op 'half' (12 uur)
en lees de volgende paragraaf over
‘Het Fijn Afregelen’.
•
Zet de PHASE schakelaar op 0 en lees de
volgende paragraaf over ‘Het Fijn Afregelen’.
Het Fijn Afregelen
De EQUALISATION schakelaar heeft alleen
invloed op het signaal van de decoder ingang.
Stand 'A' geeft een optimale instelling zodat de
sublaagluidspreker de hoogste geluidsniveaus
kan weergeven en stand 'B' geeft een optimale
instelling voor de 'diepste' laagweergave.
De optimale instellingen van de PHASE
schakelaar en de LOW-PASS filterfrequentie zijn
afhankelijk van elkaar, van de laagweergave
van de satellietluidsprekers en van de onderlinge
plaatsing van alle luidspreker in de ruimte.
Een hogere frequentie zal het stereobeeld
negatief beïnvloeden tenzij u twee
sublaagluidsprekers gebruikt dichtbij de
satellietluidsprekers voor een volledige
kanaalscheiding. Gebruik de hogere waarde
alleen als de laagweergave van de
satellietluidsprekers behoorlijk beperkt is.
Beluister bij elke frequentie-instelling het effekt
van de PHASE-schakelaar in beide posities.
De juiste stand is die welke het meest volle
laag geeft. Welke dat is hangt af van de
laagweergave van de satellietluidsprekers en
de relatieve afstand tussen luisteraar en
sublaagluidsprekers plus satellietluidsprekers.
Gebruikt u meer dan één sublaagluidspreker
zorg er dan wel voor dat de ingestelde
LOW-PASS frequentie en PHASE voor elk gelijk is.