26
NL
Aanvullende informatieAanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Mocht er zich bij het gebruik van de versterker een van
de volgende problemen voordoen, loop dan deze lijst
van kontrolepunten na en u zult de storing veelal
eenvoudig kunnen verhelpen. Blijft het probleem
echter onopgelost, neem dan a.u.b. kontakt op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/Kontroleer of alle luidsprekers en audio/video-
componenten naar behoren zijn aangesloten.
/Kontroleer of u op de versterker de juiste geluidsbron
heeft gekozen.
/Kontroleer of u de SPEAKERS keuzeschakelaar juist
heeft ingesteld (zie blz. 7).
/Druk op de MUTING toets als de aanduiding
“MUTING” in het uitleesvenster wordt aangegeven.
/De beveiligingsinrichting van de versterker is
geaktiveerd als gevolg van een kortsluiting. Schakel de
versterker uit, verhelp het probleem van de
kortsluiting en schakel de versterker dan weer in.
Het geluid van links en rechts is verwisseld of de
geluidsbalans is onbevredigend.
/Kontroleer of alle luidsprekers en audio/video-
componenten naar behoren zijn aangesloten.
/Draai aan de BALANCE regelaar.
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of een ander storend
geluid.
/Kontroleer of alle luidsprekers en audio/video-
componenten naar behoren zijn aangesloten.
/Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en tenminste 3 meter van
een TV-toestel of tl-verlichting.
/Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de buurt van
een ingeschakeld TV-toestel.
/Sluit een eventueel aanwezige aarddraad aan op de y
SIGNAL GND aansluiting.
/De stekkers en aansluitbussen zijn vuil. Reinig de
stekkers en aansluitbussen met een doekje, licht
bevochtigd met wat spiritus of zuivere alkohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid weer.
/Kies een DOLBY of MOVIE (behalve MONO MOVIE)
klankbeeld (zie blz. 18).
/Maak de vereiste instellingen voor het type
luidsprekers en de plaats van de achterluidsprekers
(zie blz. 16).
/Stel de geluidssterkte van de luidspreker naar behoren
in (zie blz. 17).
Een bepaalde component kan niet gekozen worden.
/Kontroleer de FUNCTION HOOKUP instelling van de
component (zie blz. 13).
Opnemen is niet mogelijk.
/Kontroleer of de apparaten juist zijn aangesloten.
/Kies het weergave-apparaat met de VIDEO/AUDIO
FUNCTION toetsen.
/U kunt geen geluid opnemen van een programmabron
die is aangesloten op de LD IN AC-3 RF, LD IN
OPTICAL of LD IN COAXIAL aansluiting (zie blz. 15).
De achterluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid
weer.
/Maak de vereiste instellingen voor het type
achterluidsprekers (zie blz. 16).
/Stel de geluidssterkte van de luidsprekers naar behoren
in (zie blz. 17).
/Zorg dat het gewenste klankbeeld is ingeschakeld.
Onderbrekingen in het geluid, frekwenties vallen weg.
/De “LARGE” instelling is gekozen voor luidsprekers
die de lagere frekwenties niet goed kunnen weergeven.
Stel in op “SMALL” (zie blz. 16).
/Stel de LFE MIX parameter lager in (zie blz. 22).
Het geluid wordt niet met akoestiekeffekt weergegeven.
/Zorg dat het gewenste klankbeeld is ingeschakeld.
/Zorg dat de SPEAKERS keuzeschakelaar op “A” of “B”
staat wanneer u twee paar voorluidsprekers gebruikt.
Op het TV-scherm of de videomonitor is geen beeld of
slechts een onduidelijk beeld zichtbaar.
/Zorg dat op de versterker de juiste funktie gekozen is.
/Kies op uw TV-toestel of videomonitor de juiste
ingangsfunktie (bij Sony TV-toestellen gebruikt u
hiervoor de TV/VIDEO toets van de
afstandsbediening).
/Plaats het TV-toestel of de videomonitor niet te dicht in
de buurt van de geluidsinstallatie.
De afstandsbediening werkt niet.
/Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g van de versterker.
/Er bevindt zich een obstakel tussen de versterker en de
kop van de afstandsbediening.
/Vervang beide batterijen in de afstandsbediening door
nieuwe.
/Kontroleer of u de juiste funktie op de
afstandsbediening heeft gekozen.
/Als u op de TV CONTROL ON toets drukt, kan de
afstandsbediening alleen gebruikt worden voor de
bediening van het TV-toestel. In dit geval drukt u op
een van de SYSTEM CONTROL/FUNCTION toetsen
om de afstandsbediening weer te kunnen gebruiken
voor de bediening van de versterker (etc.).
/Druk op de POWER toets van de versterker om de
versterker in te schakelen en kontroleer de FUNCTION
HOOKUP instelling van de component die u wilt
gebruiken. Als de instelling voor de component “NO”
is, zullen de versterker en de component niet
ingeschakeld worden wanneer u op de bijbehorende
SYSTEM CONTROL/FUNCTION toets drukt.