Sony TA-VE910 Stereo Amplifier User Manual


 
20
NL
Geluidsbijregeling
Relatie tussen een Dolby-surround-geluid
gecodeerde bron en het geluidssignaal dat de
versterker afgeeft
Het geluidssignaal dat de versterker afgeeft bij
weergave van een Dolby-surround-geluid gecodeerde
bron verschilt afhankelijk van de informatie die de
geluidsbron bevat en de instellingen op de versterker,
zoals hieronder wordt beschreven.
Bij weergave van een geluidsbron gecodeerd met
“Discrete” informatie
Als het DOLBY NORMAL SURROUND of ENHANCED
SURROUND klankbeeld is gekozen of als de DIRECT PASS
indikator oplicht:
De DISCRETE indikator licht op en het geluid van alle
Dolby Digital geluidskanalen in de bron wordt
gedecodeerd en weergegeven.
Als een ander klankbeeld dan ACOUSTIC of KARAOKE* is
gekozen:
De DISCRETE indikator licht op en alle Dolby Digital
geluidskanalen in de bron worden voorzien van het
klankbeeldeffekt, voordat deze worden weergegeven.
Als het ACOUSTIC klankbeeld is gekozen of als de
klankbeeldfunktie is uitgeschakeld:
De geluidsbron wordt omgezet in een 2-kanalen (links,
rechts) stereo-geluidsbron en dan weergegeven. Wanneer
het ACOUSTIC klankbeeld gekozen is, kunt u de
toonregeling-parameters gebruiken om het geluid bij te
regelen (zie blz. 22).
Bij weergave van een geluidsbron gecodeerd met
Dolby Pro Logic informatie
Als het DOLBY NORMAL SURROUND of ENHANCED
SURROUND klankbeeld is gekozen of als de DIRECT PASS
indikator oplicht:
De “PRO LOGIC” aanduiding verschijnt en het Dolby Pro
Logic geluid wordt gedecodeerd en dan weergegeven.
Als een ander klankbeeld dan ACOUSTIC is gekozen:
De geluidsbron wordt van het klankbeeldeffekt voorzien
voordat deze wordt weergegeven. Bij gebruik van het
“MOVIE” (behalve MONO MOVIE) of “3D”
klankbeeldgenre, verschijnt de aanduiding “PRO LOGIC”
in het uitleesvenster en wordt het Dolby Pro Logic geluid
gedecodeerd en weergegeven.
Als het ACOUSTIC klankbeeld is gekozen of als de
klankbeeldfunktie is uitgeschakeld:
De geluidsbron wordt omgezet in een 2-kanalen (links,
rechts) stereo-geluidsbron en dan weergegeven. Wanneer
het ACOUSTIC klankbeeld gekozen is, kunt u de
toonregeling-parameters gebruiken om het geluid bij te
regelen (zie blz. 22).
*
Het KARAOKE klankbeeld is bedoeld om de zang te
onderdrukken die in het midden geplaatst is van 2-
kanaals stereogeluid. Dit betekent dat een 5-kanaals Dolby
Digital bron eerst gereduceerd moet worden tot 2 kanalen
voordat het KARAOKE effekt hierop kan worden
toegepast. Als gevolg hiervan zal de “DISCRETE”
indikator niet oplichten wanneer u KARAOKE kiest.
Bijregelen van de
klankbeelden
Ieder klankbeeld bevat klankkleur-parameters (lage/
hoge tonen) en akoestiek-parameters. Zij vormen
samen de variabelen die het klankbeeld bepalen. U
kunt de klankbeelden naar wens bijregelen door de
geluidsparameters (klankkleur- en/of akoestiek-
parameters) te wijzigen. Aangezien deze versterker is
uitgerust met een DSP digitale signaalprocessor kunt u
de geluidsparameters elektronisch bijregelen. De DSP
schakelingen zetten de analoge audiosignalen
automatisch om in digitale signalen zodat er bij het
bijregelen van de klank praktisch geen verlies in
geluidskwaliteit optreedt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven,
tenzij het apparaat langer dan 1 week niet op een
stopkontakt aangesloten is. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de
gewenste veranderingen aan te brengen.
INPUT
MODE
VIDEO FUNCTION AUDIO FUNCTION
GENRE
TONE
SUR INDEX
SET UP
DIRECT
PASS
MODE
DIRECT PASS
SOUND FIELD
ON / OFF
BASS
BOOST
BALANCE
LR
STANDBY
DISCRETE
5
0
1
3
9
7
4
6
2
8
1
0
PHONES
POWER
SPEAKERS
DPC
MODE
A
OFF
A
+
B
B
g
MASTER VOLUME
VIDEO 2VIDEO 1 VIDEO 3 LD TV TAPE DAT / MD CD TUNER PHONO
DISPLAYDIMMER
S VIDEO RLVIDEO AUDIO
VIDEO 3 INPUT
DPC MODE SOUND FIELD ON/OFF
POWER
Digitale
signaalverwerkingstoetsen