Sony STR-DB925 Stereo System User Manual


 
33
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Bijregelen van de klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de
akoestiekparameters en de klankkleur van de midden- en
voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw
luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven
(tenzij de tuner/versterker langer dan ongeveer een week
niet op een stopcontact aangesloten is). Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel
de gewenste veranderingen aan te brengen.
Zie het overzicht op blz. 36 voor de parameters waarmee
u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van meerkanaals
Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de
aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek” vanaf blz. 14 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de akoestiekparameters
Het SURROUND menu biedt een aantal parameters
waarmee u allerlei verschillende aspecten van het
gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u
in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor.
2 Druk enkele malen op de CURSOR MODE toets
totdat het SURROUND indicatorlampje oplicht.
3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4 Druk op de cursortoetsen ( of ) om de
gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling
wordt automatisch vastgelegd.
EFFECTNIVEAU (EFFECT)
Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het
klankbeeld)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het
gekozen digitale filmgeluid-klankbeeld naar wens
instellen.
WANDBEKLEDING (WALL)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Wanneer geluid weerkaatst wordt door een wand die
bekleed is met relatief zacht materiaal of door gordijnen,
worden de hoge tonen verzwakt. Een hardere
wandbekleding daarentegen reflecteert het geluid meer
gelijkmatig en zal de frequentiekarakteristiek van het
geluid daarom minder sterk beïnvloeden. Deze “WALL”
parameter simuleert de hardheid van de wandbekleding,
door het variëren van de hoeveelheid hoge tonen. De S
(soft) instelling geeft een zachte wandbekleding aan en de
H (hard) instelling een harde wandbekleding. De
gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde
wand (van hout).
WEERKAATSING (REVERB)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Bij een muziekuitvoering zal het geluid altijd een aantal
malen heen en weer kaatsen tussen de linker en rechter
wanden, het plafond en de vloer, vóór het onze oren
bereikt. Hoe groter de ruimte, des te langer zullen de
weerkaatsingen duren. Met deze parameter kunt u de
tijdsduur van de vroege weerkaatsingen bijregelen om zo
een grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te simuleren.
De weerkaatsingen zijn instelbaar over een ±8
instelbereik in 17 stapjes, van –8 (S, voor Small) tot +8
(L, voor Large).
De gemiddelde stand (0) geeft een standaard ruimte,
zonder bijregeling.
LAAGFREQUENT EFFECT MENGNIVEAU (LFE MIX)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte bijregelen
van het afzonderlijke LFE (Low Frequency Effect) kanaal
dat wordt weergegeven via de lagetonen-luidspreker,
zonder hierbij de gewone lage tonen te beïnvloeden die
door de Dolby Digital (AC-3) basverdelingscircuits van de
voor-, midden- en achterkanalen worden overgeheveld
naar de aparte lagetonen-luidspreker.
Het LFE niveau is instelbaar in stapjes van 1 dB, van
–20 dB tot 0 dB (lijnniveau). Bij 0 dB wordt het volledige
LFE signaal weergegeven met het mengniveau gekozen
door de opnametechnicus.
Bij instellen op MUTING wordt het geluid van het LFE
kanaal door de lagetonen-luidspreker gedempt. De lage
tonen van de voor-, midden- en achterkanalen die door
de basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de
lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven,
volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij
de luidspreker-instellingen (zie blz. 15).