Sony STR-DB925 Stereo System User Manual


 
25
NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
!™ Grafiek-toonregeling aan/uit-toets (EQ ON/OFF)
Druk hierop om de equalizer toonregeling in of uit te
schakelen. Bij inschakelen van de equalizer gaat het
EQ indicatorlampje branden. Als u de klankkleur vast
hebt bijgeregeld met EQUALIZER parameters (zie blz.
34) in het CURSOR MODE menu en de cursortoetsen,
zal het geluid worden weergegeven met de
vastgelegde klankkleur-instellingen, telkens wanneer
u de equalizer toonregeling inschakelt.
z Voor de zuiverste weergave zonder bijregeling
Verricht de onderstaande stappen om alle toonregelcircuits uit te
schakelen.
1 Druk op de BASS BOOST toets van de afstandsbediening
zodat het BASS BOOST lampje dooft.
2 Druk op de EQ ON/OFF toets zodat het EQ lampje dooft.
3 Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets zodat het
SOUND FIELD lampje dooft.
Het resultaat is een weergave zonder bijregeling, om de klank
van de geluidsbron zo zuiver mogelijk te horen.
De volgende toetsen zijn voor de bediening van de
ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden
het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 37.
Voorkeurzendertoetsen (PRESET TUNING +/–)
Druk hierop om alle voorkeurzenders door te nemen.
Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT)
Hiermee kiest u een groep voorkeurzenders in het
afstemgeheugen.
Afstemband-keuzetoets (FM/AM)
Hiermee kiest u de FM of AM afstemband.
De volgende toetsen zijn voor de bediening van de
ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden
het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 37.
Geheugentoets (MEMORY)
Druk hierop om een radiozender in het geheugen vast
te leggen als voorkeurzender.
FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE)
Als de aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster
knippert en de FM stereo uitzending niet erg goed
klinkt, drukt u op deze toets. Dan zal er geen stereo-
effect meer zijn, maar de ontvangst zal beter klinken.
Programmatype/afstemtoetsen (TUNING/PTY
SELECT +/–)
Druk hierop om alle te ontvangen radiozenders te
doorzoeken. Met deze toets kiest u tevens de
programmatypen bij gebruik van de PTY afstemming.
!∞ De volgende toetsen zijn voor de bediening van de
ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden
het hoofdstuk “Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)” vanaf blz. 41.
Programmatype-keuzetoets (PTY)
Druk hierop om radiozenders op te zoeken aan de
hand van het programmatype dat ze uitzenden. Deze
toets werkt niet tijdens AM ontvangst.
Informatie-paraattoets (EON)
Druk hierop om automatisch over te schakelen op een
informatiezender wanneer die begint met uitzenden
van verkeersinformatie, nieuws e.d. De EON toets
werkt niet tijdens AM ontvangst.
Cursorfunctie-keuzetoets (CURSOR MODE)
Druk meermalen op deze toets om een van de drie
onderstaande cursortoets-functies te kiezen. Het
indicatorlampje van de gekozen functie licht op. Het
indicatorlampje dooft wanneer u op de SET UP toets
drukt.
Met de cursortoets-functie
Kunt u
ingesteld op
SURROUND De diverse akoestiekparameters
aanpassen (effectniveau,
wandmateriaal, enz.), de
geluidssterkte en de balans van
de achterluidsprekers regelen en
de geluidssterkte van de
middenluidspreker en de
lagetonen-luidspreker instellen
(zie blz. 33).
EQUALIZER De toonregeling (lage/midden/
hoge tonen) voor de voor-,
midden- en achterluidsprekers
regelen (zie blz. 34). Druk op de
EQ ON/OFF toets om de
equalizer toonregeling te
activeren.
INDEX Zelf gekozen namen invoeren
voor voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen (zie blz. 45).
Cursortoetsen ( / / / )
Na indrukken van de CURSOR MODE toets of de SET
UP toets gebruikt u deze toetsen om de preciese
instelling van uw keuze te maken (zie blz. 15, 17, 33,
34 en 46).
!• Insteltoets (SET UP)
Druk meermalen op deze toets om een van de drie
onderstaande aanduidingen te kiezen. De gekozen
aanduiding verschijnt in het uitleesvenster en dan
kunt u diverse instellingen maken met de
cursortoetsen.
Als de volgende Kunt u
aanduiding oplicht
SPEAKER SETUP Het luidsprekerformaat kiezen voor
de voor-, midden- en
achterluidsprekers, de plaats van de
achterluidsprekers instellen en de
aan- of afwezigheid van een aparte
lagetonen-luidspreker (zie blz. 15).
SPEAKER DISTANCE De afstand van de voor-, midden- en
achterluidsprekers kiezen, in een
afstandseenheid naar keuze (zie blz. 17).
OTHER De helderheid van het uitleesvenster
kiezen uit vier niveaus (zie blz. 46).