Sony STR-DB930 Stereo System User Manual


 
19
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
p Formaat van de middenluidspreker (CENTER)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u
de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE”
het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de middenluidspreker
niet instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave
van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te
weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om
de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste
frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld
naar de voorluidsprekers (als die op “LARGE” zijn
ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker.
*1
Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand
“NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan
weergegeven door de voorluidsprekers.
*2
p Formaat van de achterluidsprekers (REAR)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage
tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u
de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE”
het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn
ingesteld op “SMALL”, kunt u de achterluidsprekers niet
instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave
van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te
weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om
de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste
frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld
naar de aparte lagetonen-luidspreker of naar een ander
stel “LARGE” luidsprekers die hier beter op zijn
berekend.
Sluit u geen achterluidsprekers aan, kies dan de stand
“NO”.
*3
z
*1~*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic
standen voor de middenkanaal-aanpassing
*
1
NORMAL
*
2
PHANTOM
*
3
3 STEREO
z
Betreffende de luidsprekerformaten (LARGE en SMALL)
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het
LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers
of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al
dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de
lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de
basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte
lagetonen-luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van
richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele
frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten,
indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine
luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u de lage tonen
ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom,
als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat ze de laagste
tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL”
kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan
voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen
klinken, kunt u die extra versterken met de grafiek-toonregeling.
Zie voor het instellen van de grafiek-toonregeling blz. 38.
p Opstelling van de achterluidsprekers (REAR PL.)*
Oorspronkelijke instelling: BEHIND
Met deze parameter kunt u de plaats van uw
achterluidsprekers invoeren, voor een juiste werking van
de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande
afbeelding.
Stel in op “SIDE” als de plaats van uw
achterluidsprekers binnen het zijgebied A valt.
Stel in op “MIDDLE” als uw achterluidsprekers verder
naar achteren staan opgesteld, in het gebied B.
Stel in op “BEHIND” als uw achterluidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden
in het VIRTUAL akoestiekgenre.
60°
90°
20°
A
B
30°
B
C C
A