61
Nederlands
Het instellen van de niveaus m.b.v. een
geluidsdrukmeter
Wilt u bovenstaande inregelprocedure echt
nauwkeurig doen, dan heeft u daarvoor een
geluidsdrukmeter nodig. Misschien heeft uw
toegewijde Rotel leverancier er voor u één te
leen, anders zijn ze wellicht te koop bij uw
lokale elektronicawinkel.
Bij zowel Dolby Digital als DTS worden voor
de bioscopen standaardinregelprocedures
gespecificeerd, om er voor te zorgen dat films
afgespeeld worden op de wijze zoals de
klankregisseur dat bedoeld heeft. Dit
referentieniveau is bij spraak ongeveer 80 dB
(een realistisch niveau voor spraak), met als
luidste piek van 105 dB voor ieder apart kanaal.
Deze instellingen kunnen ook in een thuis-
theatersituatie gemaakt worden met m.b.v.
een geluidsdrukmeter en de roze ruis zoals
hierboven beschreven. Zet de meter in de
trage instelling (“SLOW”) en “C-weighted”
en houdt hem niet te dicht bij uw lichaam.
Het is de bedoeling dat op dezelfde plek en
gericht op de individuele luidspreker, iedere
luidspreker op hetzelfde niveau uitleest.
Manipuleer met de volumeregelaar op de
RSX-1055 totdat u 75 dB uitleest bij één van
de voorluidsprekers. Stel dan de andere
kanalen inclusief het subwooferkanaal in op
dezelfde geluidsdruk middels de individuele
kanaalinstellingen van het testtoonmenu.
Noteer vervolgens de instelling van de hoofd-
volumeregelaar. Als u nu voortaan alle films
met DTS of Dolby Digital geluidsregistratie
afspeelt met dat niveau, hoort u het filmgeluid
zoals dat voor de bioscoop bedoeld is.
Het idee van een referentie geluidsniveau heeft
z’n voor en z’n tegen. Velen zullen de
bovenstaande instelling te luid vinden voor hun
thuissituatie. Het is leuk te weten dat uw
installatie is ingesteld op een professionele
standaard, maar laat uw oren toch maar de
uiteindelijke beslissing nemen over het te kiezen
weergaveniveau. Dat neemt natuurlijk niet weg
dat het nut van het calibreren van uw systeem
met een geluidsdrukmeter evident blijft.
Het menu voor het instellen
van de vertragingstijd
“DELAY SETUP”
DELAY SETUP
Dolby D Dolby
/DTS Pro LogicII
CENTER: 1ms
R SURROUND: 15ms 25ms
L SURROUND: 15ms 25ms
CNTR-BACK: 15ms 25ms
ENT KEY=MAIN MENU UP KEY=up
+/– KEY=change DWN KEY=down
Middels dit menu, waar u in kunt komen via
het hoofdmenu, kunt u de vertragingstijd voor
ieder individueel kanaal instellen. Dat is erg
belangrijk want het stelt u instaat om het geluid
van elke luidspreker op hetzelfde tijdstip op
de luisterplek te laten arriveren, zelfs wanneer
alle luidsprekers niet op dezelfde afstand staan.
Een goede instelling van de vertragingstijden
zorgt dus ten allen tijden voor een nauwkeurig
surroundbeeld zelfs bij onregelmatige
luidsprekerplaatsing.
Ondanks dat u zelf uitmaakt wat u mooi vindt,
adviseren wij om de vertragingstijd van de
luidsprekers die dichtbij staan langer te maken
t.o.v. de luidsprekers die verder weg staan.
Begin met het meten van de afstand tussen de
luisterplek en de diverse luidsprekers. De
luidspreker die het verste weg staat behoeft geen
vertragingstijd. Iedere luidspreker krijgt er één
milliseconde vertragingstijd bij voor iedere 30
cm. dat hij dichterbij staat dan de luidspreker
die het verste weg staat. Voorbeeld: de afstand
tot de luidspreker die het verste weg staat is 4
meter een andere luidspreker staat op een
afstand van 2,5m. Een verschil dus van 1,5m.
Deze krijgt dus, uit bovenstaande formule
volgend, een vertragingstijd voor 5x30cm= 5
milliseconden. Ga zo te werk voor alle
luidsprekers totdat u voor alle afstandsverschillen
de vertragingstijd heeft ingesteld.
Bij Pro Logic II moet de vertragingstijd achter
iets langer zijn dan bij Dolby Digital. Verandert
u de vertragingstijd bij Dolby Digital en DTS
weergave, dan wordt automatisch de
vertragingstijd van Dolby Pro-Logicweergave
aangepast.
De beschikbare instellingen voor het
middenkanaal (alleen bij Dolby Digital en DTS)
zijn 0, 1, 2, 3, 4 en 5ms. Voor de achter
luidsprekers bij Dolby Digital en DTS zijn dat:
0, 5, 10 en 15ms. en voor dezelfde kanalen
bij Dolby Pro Logic II zijn dat: 10, 15, 20 en
25ms. Bij “MUSIC” echter is de vertragingstijd
voor de achterluidsprekers gelijk aan dat bij
Dolby Digital en DTS. Voor het
middenachterkanaal (alleen bij Dolby Digital
en DTS) zijn dat: 0, 5, 10 en 15ms.
Om een instelling te veranderen, plaatst u de
lichtstreep op de gewenste lijn met de “UP”
en “DWN” toetsen en gebruikt u de “+/–”
toetsen om de vertragingstijd in te stellen. Om
weer naar het hoofdmenu te gaan drukt u op
“ENTER”. Druk op “MENU” om weer naar
normale bediening te gaan en de
beeldbuisinformatie uit te zetten.
Het instellen van de subwoofer
“SUB SETUP”
SUB SETUP
CROSSOVER: 100HZ
DOLBY: 0dB
DTS: 0dB
STEREO: 0dB
MUSIC: 0dB
MULTI INPUT: 0dB
ENT KEY=MAIN MENU UP KEY=up
+/– KEY=change DWN KEY=down
U kunt het niveau en het frequentiekantelpunt
van de subwoofer voor iedere weergavewijze
aanpassen. Deze instellingen worden in het
geheugen gezet en iedere keer toegepast
wanneer die betreffende weergave wijze wordt
gekozen.
Als u naar het “SUBWOOFER LEVEL” menu
gaat staat het niveau bij de betreffende
weergavewijze al opgelicht. Gebruik de “+/–
” toetsen om het niveau van de subwoofer voor
de ingestelde (surround)weergavewijze (van
–10dB tot +10dB) in te stellen.
EXTRA
INFORMATIE
: Alleen het subwooferniveau
van de gekozen weergavewijze kan op dat
moment worden ingesteld. Wilt u het niveau
ook bij de andere instellen dan moet u iedere
keer een andere weergavewijze kiezen om
in te kunnen stellen.
Wij adviseren u, het subwooferniveau voor
alle weergavewijzen voorlopig op de door
ons ingestelde 0 dB te houden. Na een paar
weken diverse programmamateriaal beluisterd
te hebben, zult u namelijk ontdekken dat bij
bepaalde weergavewijzen de subwoofer altijd
iets te hard of iets te zacht staat. Pas als u dat