Rotel RC-1082 Stereo Amplifier User Manual


 
34
RC-1082 Stereo Voorversterker
pluggen, zoals die gewoonlijk bij 10-BaseT UTP
Ethernet verbindingen gebruikt worden.
Voor nadere informatie over dit onderwerp is
het verstandig even bij uw Rotel-leverancier
langs te gaan.
De hoofdtelefoonuitgang
-
De “HEADPHONE” aansluiting is voor gebruik
van de RC-1082 met een hoofdtelefoon. Indien
uw hoofdtelefoon niet voorzien is van een 6mm
jackplug, dan heeft u een adapterkabel nodig.
Uw audioleverancier weet daar ongetwijfeld
raad mee.
EXTRA INFORMATIE: Wanneer u van de
hoofdtelefoonuitgang gebruik maakt, wordt
het signaal naar de eindversterker niet on-
derbroken. Wilt u de rest van het huis dus
in ruste houden, dan moet u uw
eindversterker(s) uitzetten. Wel wordt bij het
inpluggen van een hoofdtelefoon het 12V
signaal op de “TRIGGER” uitgang “1” on-
derbroken (op de “TRIGGER” uitgang “2”
blijft het signaal wel staan). Dus heeft u uw
installatie zo geconfigureerd, dat de eind-
versterker aan- en uitgezet wordt middels
de uitgang “TRIGGER” “1”, dan is tijdens
het gebruik van een hoofdtelefoon deze
eindversterker uitgeschakeld.
De ingang voor
draagbare
audioapparaten
=
Op de voorkant is de RC-1082 voorzien van
een 3.5mm stereo mini-jackingang, deze is
bedoeld om een draagbare muziekweergever
op aan te sluiten. U kiest deze ingang door
op de toets “AUX 3” te drukken.
Iedere draagbare cassette-, of cd-speler of
speler met een hardeschijf kan op deze ingang
worden aangesloten. Als een dergelijk weerga
-
veapparaat op de RC-1082 wordt aangesloten
vanaf zijn hoofdtelefoonuitgang, weet dan, dat
u moet manipuleren met zijn sterkteregelaar
om geluid te kunnen produceren. Als bij een
gemiddelde stand van de volumeregelaar
van de RC1082 het geluid hard of vervormd
klinkt, draai dan de volumeregelaar van de
speler wat terug. Is het geluid aan de zachte
kant draai zijn volumeregelaar dan wat op.
Handel in ieder geval voorzichtig met de
geluidssterkteregelaar van de speler.
EXTRA INFORMATIE: Als u gebruik
maakt van deze ingang, wordt de ingang
AUX 3 op de achterkant automatisch ont-
koppeld. Verwijdert u de plug aan de voor
-
kant dat wordt ingang AUX 3 weer
geactiveerd.
De bedieningsorganen
De volumeregelaar
8
C
De “VOLUME” regelaar
8
regelt het volume
van beide kanalen tegelijk: rechtsom vermeer
-
dert en linksom vermindert het volume. Op de
RR-AT97 drukt op de + toets
C
van de toetsen
“VOLUME” om het niveau te verhogen en op
de – toets
C
om het niveau te verlagen.
De stiltetoets “MUTE”
E
alleen op de afstandsbediening
Druk eenmaal op de toets “MUTE”
E
om uw
installatie het zwijgen op te leggen. De knippe
-
rende indicator in de volumeregelaar wijst op
deze staat. Druk nogmaals op deze toets om
het afspelen op de oorspronkelijk ingestelde
geluidssterkte weer te hervatten.
EXTRA INFORMATIE:
Ook het gebruik
van de geluidssterktetoetsen van de af-
standsbediening beëindigt de stiltefunctie.
De balansregelaar
7
Met de balansregelaar regelt u de relatieve
geluidssterkte van de beide kanalen. Als alles
goed is, staat deze draaiknop in de mid
-
denstand. Er zijn echter situaties denkbaar
waarin het evenwicht van het geluidsbeeld
niet optimaal is en voor dergelijke omstan
-
digheden kan het nodig zijn de balans wat
te verleggen. Naar rechts draaien van de
knop “BALANCE”
7
laat het geluidsbeeld
naar rechts verschuiven en naar links draaien
verschuift het geluidsbeeld naar links.
De aan/uitschakelaar van de
toonregeling
6
Wanneer de schakelaar “TONE”
6
in de
uitpositie staat (niet ingedrukt), is het gehele
toonregelingscircuit uitgeschakeld. Dit is de
meest pure vorm van muziekweergave. Laat
als u de toonregeling niet nodig heeft deze
functie dus uit staan. Wenst u de toonregeling
te gebruiken, druk dan eerst deze toets in.
De lage- en
hogetonenregeling
45
Wanneer u de schakelaar “TONE”
6
heeft
ingedrukt kunt u de toonbalans beïnvloeden
middels de draaiknopjes “BASS” en “TRE
-
BLE”. Naar rechts draaien vermeerdert het
lage- respectievelijke hogetonenaandeel van
het geluidsspectrum en naar links draaien
vermindert hun aandeel.
Een goed ingerichte kwaliteitsaudioinstallatie
produceert zijn meest natuurlijke klankweer
-
gave zonder, of met zeer geringe gebruikma
-
king van de toonregelcircuits. Wees vooral
voorzichtig met het opdraaien van de toon
-
regelingen. Door het opdraaien gaat u het
lage- c.q. hogetonen aandeel versterken, wat
een hogere belasting voor zowel uw versterker
als uw luidsprekers betekent.
De luistertoetsen “LISTENING”
9B
Druk op één van deze toetsen om een ingang
te kiezen waarvan het signaal naar de eind
-
versterker wordt gestuurd, oftewel de bron
naar welke u wenst te gaan luisteren.
De opname keuzetoetsen
0D
Met het indrukken van een opname keuzetoets
(“RECORDING”) bepaalt u van welke ingang
het signaal naar de opname-uitgang wordt
gestuurd. Oftewel simpel gesteld: de bron
waarvan u opneemt. Een indicator boven de
toets toont van welke bron u opneemt. Wanneer
u niet aan het opnemen bent is het beter de
opname keuzetoets uit (“OFF”) te activeren.
Zo voorkomt u dat het opnamecircuit eventueel
de kwaliteit van u luidsprekerweergave kan
beïnvloeden.
Doordat de luister- en opnamefuncties ge
-
scheiden zijn, heeft u een bijzondere extra
mogelijkheid: u kunt van een andere bron
opnemen dan naar welke u luistert. Voor
-
beeld: genieten van uw nieuwste cd terwijl u
een radioprogramma opneemt. Van de reeks
LISTENING drukt u dan op “CD” en van de
reeks RECORDING drukt u op “TUNER”.
Bent u nog in het trotse bezit van een driekop
-
pen-cassettedeck of -taperecorder of zelfs een
DAT-recorder met nabrandfaciliteiten, dan bent
u instaat uw opname te beluisteren tijdens het
opnemen, door van de LISTENING toetsen
“TAPE 1” of “TAPE 2” in te drukken.