52
Afspelen (TAPE I of TAPE II)
A
Om het afspelen te stoppen drukt u op STOP (H)
B
Om het afspelen tijdelijk te onderbreken, drukt u op
PAUSE. Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals
op PAUSE of op PLAY (h / y).
Tijdens pauze kunt u op PLAY in de tegengestelde richting
van de aanwijzing in de display(h of y) drukken om de
afspeelrichting om te keren. De pauzefunctie wordt dan niet
opgeheven. Druk nogmaals op PAUSE of op dezelfde PLAY (h
of y) om het afspelen van de andere zijde te starten.
C
Snel Vooruit/Achteruit
Druk vanuit stop op m of , om de band snel door of terug
te spoelen.
Druk op STOP (H) om de band te stoppen.
D
Bandteller
Druk op COUNTER RESET (nultoets) om de teller op
te
zetten. U kunt deze functie gebruiken om een bepaald punt op de
band later gemakkelijk terug te kunnen vinden.
E
Toonhoogte (pitch)
Hiermee kunt u de bandsnelheid en daarmee de toonhoogte
regelen. Werkt niet bij opname of kopiëren.
Door PITCH CONTROL naar rechts te draaien wordt de snelheid
verhoogd met een maximum van +10%.
Door PITCH CONTROL naar links te draaien wordt de snelheid
verlaagd met een maximum van -10%.
F
Luisteren via hoofdtelefoon
Waarschuwing
De hoofdtelefoonuitgang heeft geen eigen volumeregelaar
en denk er daarom aan dat het geluid onverwacht luid kan
zijn, afhankelijk van het opgenomen materiaal. Vermijd
langdurig luisteren naar luide signalen daar dit uw gehoor kan
beschadigen.
Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONES uitgang en zet de
hoofdtelefoon op.
Het aansluiten van een hoofdtelefoon schakelt de lijnuitgang niet
uit.
Afspelen