42 Nederlands
Aansluitingen
40
4567 8
9
0
4 Zekering (40A)
5 Spanningsaansluiting (BATT)
6 Aarde-aansluiting (GND)
7 Aansluiting voor stroomregeling (P.CON)
Hiermee wordt de eenheid aan- en uitgezet (ON/
OFF).
OPMERKING
Hiermee wordt de stroomvoorziening naar de
eenheid geregeld. Let erop dat deze op alle
systemen wordt aangesloten.
8 SPEAKER OUTPUT aansluitingen
• Stereo-aansluitingen:
Als u de eenheid als een stereo-versterker
wilt gebruiken dienen stereo-aansluitingen te
worden gebruikt.
De aan te sluiten luidsprekers dienen een
impedantie van tenminste 2 Ohm te hebben.
Als er meerdere luidsprekers moeten worden
aangesloten, dient de gezamenlijke impedantie
van elke kanaal tenminste 2 Ohm te bedragen.
• Overbruggingsaansluitingen:
WAls u de eenheid als een hoogvermogens
mono-versterker wilt gebruiken dienen er
overbruggingen te worden aangebracht.
(Maak de aansluitingen op het LINKER
kanaal 9 en het RECHTER kanaal · van de
luidsprekeraansluitingen (SPEAKER OUTPUT).)
De aan te sluiten luidsprekers dienen een
impedantie van tenminste 4 Ohm te hebben.
Als er meerdere luidsprekers moeten worden
aangesloten, dient de gezamenlijke impedantie
van elke kanaal tenminste 4 Ohm te bedragen.
2 LET OP
Het nominale ingangsvermogen van de
luidsprekers mag niet minder dan het maximale
uitgangsvermogen van de versterker zijn. Het
systeem zal niet juist funktioneren indien dit niet
het geval is.
9 LINE IN aansluiting
0 SPEAKER LEVEL INPUT aansluiting
OPMERKING
• De originele stereo-installatie dient een
uitgangsvermogen van maximaal 40W te
hebben.
• Sluit geen luidsprekeruitgangssnoeren van een
eindversterker (los verkrijgbaar) aan op de luidspr
ekeringangsaansluitingen van dit toestel daar dit
storing of beschadiging kan veroorzaken.
• Sluit geen kabels en snoeren aan op zowel de
RCA tulpstekkeringangsaansluitingen en luidspr
ekeringangsaansluitingen tegelijkertijd, daar dit
storing en beschadiging kan veroorzaken.
• Sluit de voedingskabel aan op een voedingsbron
die aan en uit kan wordt geschakeld middels
het kontaktslot (ACC leiding). In geval van een
dergelijke aansluiting kan er schakelstoring
worden opgewekt als de originele stereo-
installatie van de wagen aan en uit wordt
geschakeld.
■ Namen van aansluitingen