NL NL
PLAATS VAN DE BEDIENINGSTOETSEN
1. LUIDSPREKER
2. CASSETTEDEUR
3. PAUZETOETS
4. STOP / EJECT (stop/uitwerptoets)
5. F.FWD-toets (snel voorwaarts)
6. TERUGSPOELTOETS
7. WEERGAVETOETS
8. OPNAMETOETS
9. SCHAALWIJZER
10. TUNINGKNOP
WEERGAVE
1.) Schuif de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de TAPE-positie.
2.) Steek een opgenomen cassette met uw favoriete muziek in het cassettevak.
3.) Druk de WEERGAVETOETS (7) stevig in tot deze vergrendeld is.
4.) Zet de VOLUMEREGELING (13) op het door u gewenst niveau.
5.) Druk op de TOETS FAST FORWARD (5) om de cassette snel voorwaarts te spoelen.
6.) Druk op de TERUGSPOELTOETS (6) om de cassette snel terug te spoelen.
7.) Als de cassette aan het einde van de weergave gekomen is, zal de cassetterecorder automatisch
uitgeschakeld worden.
PERSOONLIJKE OPNAME
1.) Leg een cassette in het cassettevak.
2.) Schuif de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de TAPE-positie.
3.) Druk gelijktijdig op de OPNAMETOETS (8) en de WEERGAVETOETS (7). De opname via de
INGEBOUWDE MICROFOON (16) zal beginnen.
4.) Om de opname te stoppen, op de STOP/UITWERP-toets (4) drukken, anders zal de opname
automatisch stoppen als de cassette ten einde is.
OPNEMEN VAN DE RADIO
1.) Leg een cassette in het cassettevak.
2.) Zet de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de positie “RADIO” , selecteer vervolgens de gewenste
band en kies de gewenste zender met behulp van de TUNING-knop (10). Druk daarna gelijktijdig
de OPNAMETOETS (8) en de WEERGAVETOETS (7) in.
3.) Als de opname van de zending ten einde is, lichtjes op de STOP/UITWERP-toets (4) drukken en
de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de TAPE-positie zetten.
4.) Voor het weergeven van de opnames, wordt verwezen naar de instructies in het hoofdstuk over de
weergave.
WISSEN
Als u opneemt over opnames die u vroeger gemaakt heeft, zal de oorspronkelijke opname automatisch
gewist worden en zullen deze door de nieuwe opname vervangen worden.
KOPTELEFOON
Als u de muziek privé wilt beluisteren, sluit dan een koptelefoon met een plug van 3,5 mm aan op de
AANSLUITING VOOR DE KOPTELEFOON (15). De LUIDSPREKER (1) zal dan automatisch
uitgeschakeld worden.
OPGELET: Langdurig naar muziek luisteren op een hoog geluidsniveau kan schadelijk zijn voor het
gehoor.
ONDERHOUD EN VERZORGING
1.) Vermijd om deze eenheid langdurig dicht bij bronnen te plaatsen die hoge temperaturen afgeven,
zoals haarden, of rechtstreeks zonlicht, aangezien de kunststofbehuizing of de
elektrische delen van de eenheid hierdoor beschadigd zouden kunnen geraken.
2.) Als u de eenheid gedurende een langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterijen om te
vermijden dat deze zouden beginnen lekken.
3.) Druk steeds op de STOP/UITWERPTOETS (4) voordat u een cassette in het cassettevak steekt of
er een cassette uit verwijdert.
4.) Aangezien de weergavekop na een zekere tijd geoxideerd kan geraken, kan deze gereinigd
worden met een in alcohol gedrenkt wattenstokje of "Q"-tip.
5.) Aan de binnenkant van de eenheid bevinden zich geen delen die door de gebruiker onderhouden
kunnen worden. De achterzijde van de eenheid dus niet openen. Als de eenheid defect is, breng
het toestel dan naar een bevoegd servicecentrum.
WERKING EN FUNCTIES
STROOMVOORZIENING
Deze eenheid is bedoeld om te werken op het stroomnet (wisselstroom) of op 4 batterijen van 6V DC
(gelijkstroom), UM1 size of vergelijkbare batterijen.
WERKING MET WISSELSTROOM
Steek het ene uiteinde van het stroomsnoer in de AC-aansluiting (19) van de set en het andere uiteinde
in een stopcontact (wisselstroom).
Als de stekker in de WISSELSTROOMAANSLUITING (19) gestoken wordt, zullen de batterijen
automatisch afgekoppeld worden.
WERKING OP GELIJKSTROOM
Schuif de DEUR VAN HET BATTERIJVAK (20) aan de achterzijde van de eenheid open en breng vier
“UM1” batterijen aan. Let daarop op de juiste richting van hun polariteiten en sluit de deur van het
batterijvak. Uw eenheid is nu klaar voor gebruik.
WERKING VAN DE RADIO
1.) Zet de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de RADIO-positie en zet de BANDKEUZESCHAKELAAR
(14) op de gewenste bandpositie.
2.) Draai aan de TUNINGKNOP (10) om de gewenste zender te selecteren.
3.) Zet de VOLUMEREGELING (13) op het door u gewenst niveau.
4.) Trek de TELESCOPISCHE ANTENNE (11) volledig uit als u afstemt op een FM-zender.
5.) Zet de radio af door de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de TAPE-positie te zetten.
WERKING VAN DE SLEEP-FUNCTIE
1.) Schuif de FUNCTIESCHAKELAAR (12) op de SLEEP-positie.
2.) Druk op de toets WEERGAVETOETS (7) om de weergave van de cassette te starten en de radio
zal ingeschakeld worden ("AAN"). Als de cassette ten einde gespeeld is, zal de radio
uitgeschakeld worden ("UIT").
WERKING VAN DE CASSETTESPELER
HET INSTEKEN VAN EEN CASSETTE
Druk op STOP/EJECT (4) om de DEUR VAN HET CASSETTEVAK (2) te openen. Steek een
opgenomen cassette van goede kwaliteit (met de open kant van de cassette opwaarts) in het
cassettevak en sluit de deur.
1312
NL
- 11-
NL
- 10-
11. TELESCOPISCHE ANTENNE
12. INGEBOUWDE MICROFOON
13. FUNCTIESCHAKELAAR (TAPE/SLEEP/RADIO)
14. VOLUMEREGELING
15. BANDKEUZESCHAKELAAR
16. AANSLUITING KOPTELEFOON
17. STROOMINDICATOR
18. HANDGREEP
19. WISSELSTROOMAANSLUITING (AC)
20. BATTERIJVAK