109
NEDERLANDS
Wanneer u problemen heeft met het apparaat, lees dan deze pagina
aandachtig door en probeer het probleem zelf op te lossen voordat u
zich wendt tot een technische dienst of uw leverancier.
Ook kan het zijn dat het probleem door iets anders dan dit apparaat
wordt veroorzaakt. Controleer vooral ook de verbindingen tussen de
apparaten.
Algemeen
Geen spanning
F Controleer de verbinding met het lichtnet. Kijk of er spanning op
staat en of een eventuele schakelaar is ingeschakeld. Probeer of
bijvoorbeeld een lamp wel brand op dat stopcontact.
Afstandsbediening werkt niet
F Druk op POWER op het hoofdapparaat om het in te schakelen.
F Vervang de batterijen wanneer deze uitgeput zijn.
F Gebruik de afstandsbediening binnen het bereik van 5 meter en
richt deze op de sensor op het frontpaneel.
F Controleer of er zich geen obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het apparaat.
F Schakel TL-verlichting in de nabijheid van het apparaat uit.
Andere afstandsbedieningen werken niet
F Andere apparaten met afstandsbediening kunnen onjuist
werken door teveel infrarood licht bij gebruik van deze
afstandsbediening.
Toetsen werken niet goed
F Wanneer een andere functie nog wordt uitgevoerd, even
wachten en nogmaals proberen.
Geen geluid of heel zacht
F Controleer de verbindingen met de versterker.
F Controleer of de luidsprekers en andere audio-apparatuur goed
zijn aangesloten.
F Controleer de bediening van de aangesloten component.
F Mogelijk is er een /@ kortsluiting in een luidsprekerkabel.
Controleer de luidsprekerkabels.
F Kies de juiste ingang met SOURCE.
Brom en/of ruis
F Plaats het apparaat zover mogelijk van de TV.
CD-Speler
Speelt niet
F Laad een disc met het etiket naar boven.
F Wanneer de disc vuil is, maak deze dan schoon. Wanneer de
disc bekrast of vingerafdrukken op de oppervlakte heeft, deze
niet afspelen zolang deze condities zijn verbeterd. Gebruik nooit
stickers of andere “disc verbeteraars” op de disc die op of om de
disc worden gedaan.
F Mogelijk is een lege disc geladen; laad een bespeelde disc.
Problemen (1)
F Afhankelijk van de disc en andere factoren kan het afspelen van
sommige CD-R/RW discs niet mogelijk zijn. Probeer een andere
disc.
F U kunt geen ongefinaliseerde CD-R/RW discs afspelen. Finaliseer
zo’n disc in een CD-recorder en probeer het nogmaals.
F Wanneer vocht of condens in het apparaat optreedt, laat u het
apparaat één of twee uur ingeschakeld staan.
Geluid slaat over
F Plaats het apparaat op een stabiele ondergrond om trillen en
schokken te vermijden.
F Maak zonodig de disc schoon.
F Gebruik geen misvormde, beschadigde of bekraste discs.
Cassette recorder
Cassettevak sluit niet
F Cassette is niet goed geladen. Probeer het opnieuw.
Geluidskwaliteit is slecht
F Maak de koppen schoon (zie pagina 78).
F Wanneer de kop magnetisch is geworden, dient de kop met een
demagnetiseur te worden gedemagnetiseerd.
F Controleer of Dolby NR in dezelfde positie staat als bij de
opname.
Weergave is te snel of te langzaam
F Controleer de Pitch instelling (pagina 98).
Auto reverse does not occur
F Zet REV MODE op K of Q.
F Wanneer REV MODE op K staat, start de weergave van de
zijde die naar u toe is gekeerd (“zijde A”).
Kan niet opnemen
F Wanneer de wisbeveiliging bovenop de cassette is uitgebroken,
dek deze dan af met een stukje plakband.
F Het opnameniveau controleren (zie pagina 105).
USB
Geen geluid, ook niet wanneer op USB Play (
U
) wordt gedrukt
F Controleer of er wel MP3 ebstanden op het USB-medium
aanwezig zijn.
F Bestanden anders dan MP3 (b.v. MPEG 1 LAYER 2) kunnen niet
worden afgespeeld.
Kan niet opnemen
F Controleer of er voldoende vrije ruimte is op het USB-medium.
F Controleer of het USB-medium niet voor opnemen is
geblokkeerd.
F Bij opname van een analoge bron het opnameniveau controleren
(zie pagina 101).