– 12 –
Nederlands
Surround-modi*:
D.CLUB: Versterkt resonantie en bassen.
HALL: Voegt diepte en helderheid toe aan het geluid.
STADIUM: Voegt helderheid toe en verspreidt het geluid,
zoals in een openluchtstadion.
SEA-modi:
ROCK: Versterkt lage en hoge frequenties. Geschikt
voor akoestische muziek.
POP: Geschikt voor vocale muziek.
CLASSIC: Geschikt voor klassieke muziek.
Handmatige modi:
MANUAL1/2/3:
Uw eigen in het geheugen opgeslagen
geluidsmodus. Zie “Uw eigen geluidsmodus
maken — Handmatige modus”.
OFF: Annuleert de geluidsmodus.
* Surround-elementen worden aan de SEA-elementen toegevoegd
om het gevoel te creëren dat u er zelf bij bent. Wanneer een van
deze modi is geselecteerd, wordt de SOUND MODE-indicatie
verlicht als —
SOUND MODE
Wanneer een van de SEA-modi inclusief de handmatige modus
(SEA-elementen zonder surround-elementen) is geselecteerd,
wordt deze verlicht als —
SOUND MODE
Tijdens het gebruik van een van de omgevingsmodi
U kunt de geluidssterkte van de achterluidsprekers alleen
aanpassen als de achterluidsprekers zijn aangesloten. Als u de
geluidssterkte van de achterluidsprekers voor de
verschillende omgevingsmodi aanpast, wordt deze
aangepaste sterkte opgeslagen in het geheugen.
• U kunt de sterkte van de linker- en de
rechterachterluidspreker niet afzonderlijk instellen.
ALLEEN op de afstandsbediening:
1
Druk op SHIFT en houd deze knop
ingedrukt.
2
Druk op de knop REAR LEVEL – / +.
• Als u op REAR LEVEL – drukt, wordt
het geluid zachter (van +10 tot –10).
• Als u op REAR LEVEL + drukt, wordt
het geluid harder (van –10 tot +10).
3
Laat SHIFT los.
Uw eigen geluidsmodus maken
— Handmatige modus
U kunt SEA-patronen volgens uw eigen voorkeur wijzigen.
Deze gewijzigde instellingen kunnen worden opgeslagen in
de modi MANUAL 1, 2 en 3.
• Voor de volgende stappen geldt een tijdslimiet. Als de
instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u
weer bij stap 1 beginnen.
• Als u omgevingseffecten in uw SEA-patroon wilt
opnemen, selecteert u een van de omgevingsmodi
(D.CLUB, HALL of STADIUM) voordat u onderstaande
procedure volgt.
2
Pas het SEA-patroon naar wens aan.
1) Druk op 4 of op ¢ om het
aan te passen frequentiebereik
te selecteren (LOW, MID, HIGH).
2) Druk op 1 of op ¡ om het
niveau bij te stellen (–3 tot +3)
van het geselecteerde
frequentiebereik.
3) Herhaal stap 1) en 2) om het niveau van de
overige frequentiebereiken bij te stellen.
3
Druk nogmaals op SEA CONTROL.
4
Druk op 4 of op ¢ om een van de modi
MANUAL 1, 2 of 3 te selecteren waarin u het
SEA-patroon wilt opslaan.
5
Druk nogmaals op SEA CONTROL.
De SOUND MODE-indicatie wordt eveneens verlicht.
Het SEA-patroon dat u hebt gemaakt, wordt opgeslagen
in de MANUAL-modus die in de vorige stap is
geselecteerd.
Uw eigen geluidsmodus toepassen
Selecteer MANUAL 1, 2 of 3 wanneer u de geluidsmodi
toepast. Zie “De geluidsmodi selecteren ” op pagina 11.
Wanneer u de modi MANUAL 1, 2 of 3 hebt
opgeslagen samen met de omgevingseffecten,
kunt u hiervoor ook het geluidsniveau van de achterluidsprekers
aanpassen. Zie “Tijdens het gebruik van een van de
omgevingsmodi”.
Het huidige niveau wordt weergegeven.
SET
SEA CONTROL
PRESET
TUNING
SET
SEA CONTROL
SET
SEA CONTROL
ALLEEN op het apparaat:
1
Houd SEA CONTROL ingedrukt
totdat “SEA CONT” op de display
wordt weergegeven.
SHIFT
REAR
LEVEL
+–
NL01-15.MXJ850R[E]/F 4/13/00, 7:37 PM12