Harman-Kardon 355 Home Theater System User Manual


 
32 BEDIENING
Bediening
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals sur-
round worden weergegeven.
Voor een breed en omringend geluid en duidelij-
ke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver -
geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema,
Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer
ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal-
TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien wor-
den er steeds meer TV-programma’s, sportuitzen-
dingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen
met surround geluid. U kunt een overzicht van
deze programma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx
Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of
Enhanced functie uitstekende surround weergave
biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke
surround in formatie die in alle stereo-opnamen
aanwezig is.
Bij programma’s echter zonder enige surround
informatie probeert u de 5/7 Kan. Stereo functies,
die vooral effectief zijn bij oude ‘extreme’ stereo-
opnamen. Wanneer u uitsluitend de beide front
luidsprekers gebruikt, kies dan één van de Dolby
Virtual Speaker surround functies zodat een virtu-
eel driedimensionale weergave ontstaat met
slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om vanaf het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functie
%
S om het menu Surround Functie te
openen. Ga dan met KL 5F naar het sig-
naal dat u wilt veranderen en bevestig met OK
om het overzicht met beschikbare Surround
Functies voor dit type signaal op te roepen. Kies
dan weer de gewenste Surround Functie en
bevestig dat met OK. Druk op Terug/Verlaten
^O om het menu te verlaten.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan-
gen in gebruik zijn, is er geen surround proces-
sing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), kiest u 2 CH (2
Kanaals) in het Surround Functie menu.
Digitale Audio Signalen
Digitale audiosignalen bieden meer opslagruimte
waardoor de ook een center kanaal en een
surround kanaal direct in het signaal kan worden
opgenomen. Het resultaat is een verbeterde
geluidskwaliteit en een opmerkelijke directheid,
daar elk van de kanalen discreet wordt
gereproduceerd.
Ook is het mogelijk slechts twee kanalen te
benutten en dan kan de ruimte worden gebruikt
voor een hogere sampling frequentie en zo een
betere geluidskwaliteit. Hoge resolutie opnamen
klinken meestal buitengewoon vervormingsvrij op
alle frequenties, maar vooral op de hogere.
Voor meerkanalen digitale opnamen worden
doorgaans de 5.1-, 6.1- of 7.1 formaten gebruikt.
De kanalen opgenomen in een 5.1-opname zijn
front links, center, front rechts, surround links,
surround rechts en LFE. Het LFE kanaal wordt
aangegeven als “.1” om aan te geven dat dit
kanaal beperkt is tot de lage frequenties.
6.1-Kanalen opnamen hebben een extra
enkelvoudig surround achter kanaal en 7.1-
kanalen opnamen hebben een surround achter
links en een surround achter rechts kanaal naast
de al genoemde 5.1-kanalen. Nieuwe formaten
zoals Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD
en DTS-HD Master Audio zijn beschikbaar in 7.1-
kanalen configuraties. De AVR 255/355 kan de
nieuwe formaten afspelen voor een nog
opwinderder home theater belevenis.
Opmerking: om de 6.1- en 7.1-kanalen
surround functies te gebruiken, dient de
AVR 255/AVR 355 zo te worden geconfigureerd
dat de Surround Achter kanalen actief zijn. Zie de
paragraaf Manual Setup (zelf instellen) op pagina
24 voor nadere informatie.
De Digitale formaten omvatten Dolby Digital 2.0
(twee kanalen), Dolby Digital 5.1, Dolby Digital
EX, Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD, DTS-HD,
DTS-HD Master Audio, DTS 5.1, DTS-ES (6.1
Matrix en Discreet), DTS 96/24, 2-kanalen PCM
in 32, 44,1 en 48 of 96 kHz, en 5.1 of 7.1
meerkanalen PCM.
Wanneer een digitaal signaal wordt ontvangen
detecteert de AVR 255/AVR355 de code en het
aantal kanalen. Het aantal kanalen verschijnt kort
in de display met drie cijfers, gescheiden door
schuine streepjes, b.v. “3/2/.1”.
Het eerste cijfer geeft het aantal front kanalen
aan in het signaal:
“1” Geeft een mono-opname aan, meestal een
oudere opname die digitaal is geremasterd
of, zeldzaam, een moderne opname
waarvoor de regisseur een speciaal effect
heeft gekozen.
“2” Geeft de aanwezigheid van een linker en
rechter kanaal aan, zonder center kanaal.
“3” Geeft de drie front kanalen aan: links en
rechts en center.
Het tweede cijfer geeft aan of er surround
kanalen aanwezig zijn:
“0” Geeft aan dat er geen surround informatie
aanwezig is.
“1” Geeft aan dat een matrix surround signaal
aanwezig is.
“2” Geeft aan dat discrete links en rechts
surround kanalen aanwezig zijn.
“3” Wordt gebruikt bij DTS-ES bitstream om de
aanwezigheid aan te geven van het discrete
surround achter kanaal, naast de links en
rechts surround kanalen aan de zijkant.
“4” Wordt gebruikt bij 7.1-kanalen digitale
formaten zoals Dolby TrueHD, Dolby Digital
Plus, DTS-HD en DTS-HD Master Audio om de
aanwezigheid aan te geven van twee discrete
surround zijkanalen en twee discrete
surround achter kanalen.
Het derde cijfer geeft het LFE-kanaal aan:
“0” Geeft aan dat er geen LFE-kanaal aanwezig
is.
“.1” Geeft aan dat er een LFE-kanaal aanwezig
is.
De 6.1-kanalen signalen – Dolby Digital EX en
DTS-ES Matrix en Discreet – bezitten ieder een
code die de receiver een signaal geeft dat het
surround achter signaal gedecodeerd moet
worden.
Voor Dolby Digital EX materiaal wordt het
binnenkomende signaal aangegeven als 3/2/.1
EX-ON. Voor oudere discs kan de display EX-OFF
(EX uit) aangeven, maar kunt u nog altijd zelf de
functie Dolby Digital EX kiezen.